Het is 22:00 uur als ik mijn collega’s ontmoet op de afgesproken plek in West Zeeuws-Vlaanderen om Boomkikkers te gaan tellen. Voor mij de eerste keeren ik heb er een beetje een hard hoofd in moet ik zeggen. Het waait best hard (4bft), het regent licht en het is best fris (13 graden). Maar aan de andere kant van de dijk hoor ik al het gegons van een Boomkikkerconcert. Het plan is om in een aantal terreinen alle poelen na te lopen en de roepende mannetjes te tellen. Dit klinkt makkelijker gezegd dan gedaan want de kikkers roepen allemaal door elkaar op vrij korte afstand van elkaar. Op afstand klinkt het als een gegons en is het lastig er een getal op te plakken en als je te dichtbij de poel komt stoppen ze abrut met roepen.
Maar als je dan een tijdje wacht starten ze één voor één weer op en dat is het moment dat ze goed telbaar zijn. Het valt dan ook op dat ieder mannetje in een andere frequentie en toonhoogte roept, zodat ze onderling te onderscheiden zijn! Het lastige is wel dat er een aantal bij zitten die een beetje met een “dubbele tong” roepen, waardoor het twee individuen lijken. Al na een paar poelen krijg ik er handigheid in en lopen mijn schattingen gelijk aan die van mijn meer ervaren collega’s. In ieder poeltje zitten wel 6 tot 8 individuen en in de grotere plassen tot wel 20 roepende mannetjes. Een prachtige ervaring om in het pikkedonker omringd te worden door het geluid van kekkerende boomkikkers.
Ik kan bij de poelen die in de luwte van de wind liggen mooie geluidsopnames maken. Maar mijn doel om een foto te maken van een roepende Boomkikker in het donker was nog niet gelukt. Ondanks de grote aantallen zagen we er niet één zitten in het licht van onze zaklampen. Die laatste deden we ook niet al te frequent aan om niet de aandacht te trekken van de kudde dikbilrunderen die er liepen. We hadden van te voren namelijk niet kunnen vaststellen of er ook een stier tussen zat. Uiteindelijke waren we de kudde zo dicht genaderd dat we bij één van de laatste poelen poelen alsnog een sprintje naar het raster moesten trekken. De koeien kwamen wel erg enthousiast op ons af rennen namelijk…
Toen we bij het allerlaatste kleine poeltje aankwamen waar nog net vijf mannetjes zich in ophielden, riep mijn collega dat hij er eentje in het licht van de lamp had. Deze bleef prachtig tussen de vegetatie zitten met zijn opgeblazen keelzak en kon ik uitgebreid fotograferen. Verderop in de poel vonden we nog twee mannetjes op zicht. Maar ze waren allemaal wat verlegen, want roepen in het licht van de zaklamp werd niet gedaan…
Uiteindelijk werden er door 16 vrijwilligers 3500 roepende mannetjes geteld in de regio. Een verpulvering van het oude record van 2700 uit 2017. Voor mij was het een geweldige ervaring en zeker eentje die voor herhaling vatbaar is.