Van 9 tot 16 mei ben ik met het gezin een weekje naar Zuid-Limburg geweest, op een Landalpark in Vaals. Voor een Zeeuw voelt Limburg al snel als buitenland en er valt een hoop te zien wa we hier niet hebben. Qua vogels heb ik daar alles al wel gezien, maar van de soortgroepen planten en nachtvlinders valt er nog wel wat te halen. Aangezien ik met twee kleine kinderen op een park zat, had ik maar beperkt tijd om eropuit te gaan, maar door een beetje effectief hier en daar een uurtje mee te pakken heb ik toch behoorlijk wat mooie soorten gezien. Binnen een straal van 20 minuten rond het park heb ik toch 56 nieuwe soorten gezien, waarvan 27 planten en 6 nachtvlinders.

Op het park was niet zo veel te beleven, alhoewel het wel erg groen was. Een kolonie Roeken gaf wel wat leven in de brouwerij en ook de dagelijks aanwezige zingende Grote gele kwikstaart, was iets wat je niet vaak in Zeeland ziet. Gelukkig had ik mijn nachtvlinderval meegenomen, dus was het iedere ochtend weer spannend wat er in zou zitten. De eerste nachten leverde niet veel op, maar later in de week werden de vangsten beter. Mooie soorten als Lindepijlstaart en Dromedaris waren niet nieuw, maar wel leuk om te zien. Tijdens een korte wandeling met het gezin naar een dorpje 3km verderop, blunderde ik zowaar tegen twee mannetjes Bosbeekjuffer aan. Een soort die ik niet verwacht had zo dicht bij het park en nog een nieuwe ook. In het dorpje was een poeltje wat speciaal aangelegd was voor de Vroedmeesterpad. Toen ik mijn dochter daarover vertelde en het geluid liet horen wat ze maken, begon er spontaan een mannetje te roepen!

Op een paar kilometer afstand van het park lag het Kerperbos. Tijdens een wandeling met de kinderen hoorde en zag ik al erg leuke vogelsoorten als Iberische tjiftjaf, Korsnavelboomkruiper en meerdere Fluiters. Ook kon ik de eerste bijzondere plantensoorten al bijschrijven in de vorm van Kranssalomonszegel, Dalkruid, Boswederik en Schaduwkruiskruid. Op waarneming.nl zag ik op een avond dat er mensen met een laken in het bos nachtvlinders aan het vangen waren en daar heb ik me een tijdje bij aangesloten. De aantallen vlinders waren niet bijster hoog, maar er zaten fantastische soorten tussen: Teunisbloempijlstaart, Wit spannertje en Tweekleurige tandvlinder als nieuwe soorten. Maar vooral de Lindeknotsvlinder vond ik opvallend mooi. Door de tekening op de vleugels lijkt het net of de vleugels altijd beweging en of er een soort van bewegingsonscherpte in de foto zit.

Eén ochtend ben ik alleen op pad gegaan op zoek naar orchideeën en andere plantensoorten in het Gerendal. Ik begon in alle vroegte en alles was nog nat van de dauw. Overal zongen er Spotvogels en Geelgorzen, een waar genot om naar te luisteren. Langs de bosrand vond ik mijn eerste nieuwe soorten in de vorm van Ruig hertshooi, Bosroos en Eenbloemig parelgras, maar de mooiste vondst was toch een nachtvlindertje. Langs het pad vlogen drie Trompetmotjes, een uiterst zeldzaam dagactieve nachtvlinder die alleen in Limburg voorkomt en werkelijk prachtig getekend is! Op de hellingen kwam ik mooie groepen Purperorchis en Mannetjesorchis tegen en overal stond Boszegge. Precies tegen openingstijd kwam ik bij de orchideeëntuin van Staatsbosbeheer aan. Dit is een helling die ze met het juiste beheer optimaliseren voor orchideeën. Er groeien veel zeldzame soorten die al dan niet aangeplant zijn, maar er groeien ook een hoop andere specialiteiten. Zo vond ik Geel zonneroosje, Kuifvleugeltjesbloem en Christofelkruid. Toen de temperatuur opliep en de bussen met Libelle-dames aankwamen, ben ik maar snel terug gewandeld naar de auto.